Joke Smit: icoon van de ‘tweede feministische golf’

Joke Smit

Joke Smit wordt ook wel het icoon van de ‘tweede feministische golf’ genoemd. De journalist, onderwijzer en feminist verwierf grote bekendheid met Het onbehagen bij de vrouw. Dit artikel wordt als beginpunt van de ‘tweede golf’ in Nederland beschouwd.  Het is – net als Joke Smit zelf – onmiskenbaar en van groot belang in de Nederlandse vrouwengeschiedenis. De impact zou Joke Smit ertoe bewegen zich de rest van haar leven onvermoeid in te zetten voor de vrouwenzaak.

Het onbehagen bij de vrouw

In 1967 wordt Nederland wakker geschud wanneer Het onbehagen bij de vrouw wordt gepubliceerd in het literaire tijdschrift De Gids. In de jaren 60 van de vorige eeuw waren er weinig werkende moeders, laat staan dat de maatschappij was ingericht op twee werkende ouders. Puttend uit haar eigen ervaringen beschrijft Joke Smit hoe vrouwen de dupe zijn van de toenmalige inrichting van de arbeidsmarkt en het huwelijk. Of, zoals ze het zelf stelt:

Kortom, zodra er kleine kinderen zijn valt achter de meeste vrouwen de huisdeur in het slot. Zolang dat zo blijft zal er sprake zijn van verspilling van menselijk potentieel en zal mijn privé-onlust niet verdwijnen.
Het onbehagen bij de vrouw, De Gids, november 1967.

Het artikel slaat in als een bom. Talloze Nederlandse vrouwen herkennen zich in het door Joke Smit beschreven onbehagen en schrijven haar brieven om dit ongenoegen kenbaar te maken. Deze steunbetuigingen zouden Smit en Hedy d’Ancona later inspireren tot de oprichting van de feministische actiegroep Man-Vrouw Maatschappij. Vandaag de dag wordt Het onbehagen bij de vrouw beschouwd als het begin van de ‘tweede feministische golf’.

Het onbehagen van toen en nu

In haar tijd was Joke Smit een van de weinige moeders met betaald werk. In haar artikel richt zij zich vooral op de arbeidsmarkt. Hier zou een flinke slag te maken zijn. Zo pleit ze onder andere voor een 30-urige werkweek voor mannen en vrouwen, waarmee de huishoudelijke en opvoedkundige taken beter verdeeld konden worden. Bovenal pleit ze dat vrouwen hun potentieel ook buitenshuis kunnen laten gelden, zonder gevangen te zitten in het keurslijf van het huwelijk of de opvoeding. Volgens haar lag het feministische ideaal vooral besloten in drie zaken:

Dat de vrouw een vrij mens zou worden, dat ze haar potenties zoveel mogelijk zou verwezenlijken en dat ze een volwaardig lid zou worden van de maatschappij.
Het onbehagen bij de vrouw, De Gids, november 1967.

Geen van deze zaken waren volgens Joke Smit bereikt, en op geen van deze gebieden waren vrouwen zo ver gekomen als zij in theorie zouden moeten kunnen komen. De problemen die zij als werkende moeder ondervond en het onbehagen dat zij daar bij voelde bleek geen privékwestie. Vele vrouwen in Nederland deelden deze zorgen en gevoelens, waarmee Het onbehagen bij de vrouw tot een omslagpunt in de emancipatiestrijd kan worden gekroond.

De actualiteit van de drie zaken waar Joke Smit de aandacht op vestigt is treffend. Nu, ruim 50 jaar later, blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen nog steeds vaker financieel kwetsbaar zijn dan mannen. Ook in de politiek lijken vrouwen hun potenties nog niet genoeg te kunnen verwezenlijken.

Oprichting Man-Vrouw Maatschappij (MVM)

Propaganda voor het doorbreken van het rollenpatroon, gesymboliseerd in een rekensom van een meisje + jongen x schoolboeken leidt werkende man staat tot huisvrouw, affiche MVM, 1980, Collectie IAV-Atria

Op 26 oktober 1968 besloten Joke Smit en Hedy d’Ancona tot de oprichting van Man Vrouw Maatschappij (MVM), om hun idealen om te zetten in de praktijk. MVM werd een unieke feministische organisatie in Europa, door de samenwerking met mannen niet uit te sluiten. De organisatie was vooral gericht op een praktische aanpak van maatschappelijk ongenoegen. Zowel vrouwen als mannen konden daar in meedelen. Met deze pragmatische instelling wist MVM regelmatig door te dringen tot de Nederlandse politiek bij de vorming van emancipatiebeleid. Toch kwam het de organisatie wel eens op kritiek te staan bij andere feministische groeperingen. Niet iedereen was het eens met de pragmatische, politiek-gerichte aanpak waarin ook mannen een rol speelden.

PSP campagne in 1971, seksistische uitbuiting van een vrouwenlichaam en de reactie van Dolle Mina

‘dames mooi, heren beeldschoon’

Over de politiek sprak Joke Smit zich regelmatig uit. Toen de PSP in 1971 met een campagneposter kwam waar een naakte vrouw in een weiland stond afgedrukt, kwam Dolle Mina al snel met een reactie door eenzelfde poster, maar dan met een naakt mannenlichaam, te verspreiden. Joke Smit vroeg PSP-Tweede Kamerlid Hans Wiebenga vervolgens zich net als de vrouw op de seksistische poster van zijn partij uit te kleden:

De PSP die zoveel over emancipatie in haar programma heeft staan, heeft er in feite geen barst van begrepen.

Zo luidde haar oordeel.

Dat Joke Smit haar feministische idealen ook buiten de politieke agenda hoog in het vaandel had staan blijkt wel uit een voorval uit 1970. Op een uitnodigingskaart voor de gasten van de toenmalige burgemeester van Amsterdam – Ivo Samkalden – stond als kledingtip: “dames mooi, heren gewoon”. Smit diende een klacht in. Zij vond dat de gemeente mannen dwarsboomde in hun mogelijkheid om óok mooi te zijn. Haar alternatieven ‘dames mooi, heren ook’ en ‘dames mooi, heren beeldschoon’ werden afgewezen.

‘Zusters, weest moedig, scherpzinnig, eendrachtig’

Ook in de laatste jaren van haar leven bleef Joke Smit zich inzetten voor de vrouwenzaak. In 1977 pleitte ze voor de oprichting van een vrouwenpartij. Een van haar belangrijkste zorgen was dat vrouwen een manier moesten vinden om politieke invloed uit te oefenen en zo macht te verwerven. Een vrouwenpartij was voor haar de oplossing. Net zoals de arbeiders, katholieken en gereformeerden zich in een politieke partij hadden georganiseerd. Joke Smit geloofde niet in ‘de mythe van de organische groei’. Een toename van vrouwen in besturen, commissies en de politiek zou niet vanzelf gaan, dat moest worden afgedwongen. Ook deze discussie is nog steeds actueel.

Soms denk ik dat het misschien nog 100 jaar zal duren voordat het individu op grond van capaciteiten gaat bepalen wat het gaat doen, en niet op grond van het feit dat het toevallig als jongetje of als meisje ter wereld is gekomen.
Brabants Nieuwsblad, 14-11-1978

In 1980 kreeg Joke Smit borstkanker, en een jaar later overleed ze. Joke Smit blijft leven in de vele prijzen, initiatieven, straten en scholen die naar haar vernoemd zijn en in de vele artikelen en boeken die ze in haar korte leven schreef. Haar grafsteen laat haar boodschap na: ‘Zusters, weest moedig, scherpzinnig, eendrachtig’.

Korte film van Karlijn Broekhuizen, van Bureau Op Zolder over Joke Smit, ter gelegenheid van de Joke Smit prijs uitreiking op 27 november 2015.

Korte biografie Johanna Elisabeth (Joke) Smit

  • 27 augustus 1933: geboren te Utrecht
  • 1951: diploma gymnasium A
  • 1955 – 1966: lerares Frans
  • 1956 tot 1974: getrouwd met Constant Kool, twee kinderen, – Amsterdam
  • 1958: Doctoraal Franse taal- en letterkunde te Amsterdam
  • 1962: freelance journalist te Parijs en redacteur van het blad Tirade
  • vanaf 1967: wetenschappelijk hoofdmedewerker bij het Instituut voor Vertaalkunde (UvA Amsterdam)
  • 1967: publicatie Het onbehagen bij de vrouw in De Gids
  • 1967: lid van de PvdA
  • 1968: mede-oprichter actiegroep MVM
  • 1970-1971: gemeenteraadslid te Amsterdam voor de PvdA
  • Vanaf 1971: in (kern)redactie van het PvdA-blad Socialisme en Democratie
  • 1974 tot 1981: lid van de Emancipatie Kommissie
  • 19 september 1981: sterfdag Joke Smit

Lees ook de uitgebreide biografie van Joke Smit

Lees verder:

Delen:

Gerelateerde artikelen